'In den Pellicaan' (1566)
Hooge Steenweg 2
In het jaar 1520 moet Gijs Jordens als bewoner en bezitter van dit hoekpand een hertogcijns betalen over een breedte van 18½ voet (= 5,32 m). Het huidige pand is circa 50 cm smaller. Het rechter buurpand is echter breder dan de maat in het cijnsboek. Waarschijnlijk heeft er tussen de twee panden een osendrup gelopen. Uit de situering van de kelder van het hoekpand blijkt dat de rooilijn van het Tweede Korenstraatje op zijn oorspronkelijke plaats ligt, hetgeen de veronderstelling van de osendrup versterkt.
Bij de haardentelling in 1553 worden de erfgenamen van Agnes Janss Lobben aangeslagen voor drie schouwen en één oven. Dirk Clotingen die in 1573 als bezitter de hertogcijns moet betalen, verhuurt het grote huis.
Het huis bezat een kelder met een kleine straatkelder, die vanaf de straat toegankelijk waren. De huidige kelder geeft nog de indeling in een voor- en achterhuis aan. De beide kelders stonden niet met elkaar in verbinding. In de 17de eeuw, of later, is het gewelf van de achterkelder vernieuwd. Aangezien het pand in 1920 gesloopt is, zijn we voor de gegevens van de bovenbouw in de 16de eeuw aangewezen op een geaquarelleerde tekening uit 1832 van Kap. Gevers van Endegeest en een tekening van kort voor de sloop. Het pand telde drie bouwlagen en een zolder. De begane grond was nogal laag, de eerste verdieping daarentegen relatief hoog. De tweede verdieping en de zolder waren voorzien van kruisvensters. De gevel bezat een ingezwenkte top met een timpaan als bekroning. Het voorste gedeelte van de zijgevel was niet voorzien van vensters. Het achterhuis zal afzonderlijk in gebruik zijn geweest.
Op het schilderij van de Lakenmarkt staat het huis vermoedelijk afgebeeld met een houten gevel.
| 231 |
Literatuur
CB 1520 f 44; CB 1573 f 47; HT 1553; M 37; P 1569; Z 1502/'3.
A. van Drunen, 's-Hertogenbosch van straet tot stroom (Zwolle - Zeist 2006) 231